Nou, dat was het

Op donderdag 3 april 2025 nam ik afscheid als Polderdichter van de Krimpenerwaard. Tijdens een feestelijke avond is Hadewey Buitenwerf uit vijf kandidaten gekozen tot mijn opvolger. Met haar gedichten overtuigde ze de driekoppige jury en het publiek van haar poëtische en communicatieve kwaliteiten. Ze presenteerde als eerste ‘Mijn oude liefde’, een lofdicht op de Veerpoort in Schoonhoven. Vervolgens het gedicht ‘De Hoop’ met een persoonlijke en politieke lading, en ze sloot af met ‘De toren van het Loetbos’: “Hij houdt zijn ronde adem in.”

Voor de jury de uitslag vertelde mocht ik mijn laatste gedicht als polderdichter voordragen, een oproep voor mijn opvolger:

Breng ons dichter

Breng ons dichter bij de aarde,
laat ons zwemmen in de sloot,
ondanks modder, kreeften, moorden,
want we gaan toch een keer dood.
Laat ons lachen, droog de tranen,
geef ons hoop en moed en kracht.
Wees geen dichter, maar een moeder
en een vader, elke dag.

Breng ons dichter bij de wolken,
breng ons dichter bij je hart.
Toon ons ongerijmde schoonheid.
laat ons, speels en onverwacht,
stil genieten van de woorden
die je uitstort keer op keer.
Geef ons, dichter, een verlangen
naar de liefde en nog meer.

De vijf kandidaten, met links Hadewey Buitenweg

Aan het begin van de avond kreeg ik een hartverwarmend afscheid, met onder meer een prachtige toespraak van oud-polderdichter en presentator Corie Grootendorst, een ambachtelijk gedrukte dichtbundel en een doos vol krimpjes die alle aanwezigen in de pauze speciaal voor mij schreven. Ik ga komende tijd even genieten van de rust en wil iedereen bedanken die mijn 2,5 jaar polderdichterschap heeft verrijkt met opdrachten, inspiratie, een luisterend oor, aanmoediging en warm menselijk contact.

Afscheidstoespraak polderdichter Jorris Hoste – 3 april 2025

Word jij de nieuwe polderdichter van de Krimpenerwaard? Deze zin zag ik bijna 3 jaar geleden staan boven een oproepje. Hij bleef hangen. Het leek me leuk, maar was het iets voor mij? Ik besloot een paar gedichten te maken op basis van de actualiteit in de Krimpenerwaard en die in te sturen.

Een paar maanden zat ik bij de verkiezing, net als jullie nu. Vreselijk zenuwachtig. Ik zag dat de andere kandidaten allemaal al langer met schrijven en poëzie bezig waren. Sommigen hadden een complete fanclub bij zich. Dit ging het niet worden voor mij, dacht ik toen.

Het werd het wel. En wat heb ik ervan genoten! Elk dorpje en stadje in de Waard heb ik bezocht, ik kwam in contact met pleegouders, mantelzorgers, burgemeesters, communicatiemedewerkers, mediamensen en reaguurders, met de dichtersscene van Gouda, medestadsdichters uit het hele land, met doodgewone inwoners zoals ikzelf, met Oranjeverenigingen, voedselfamilies, cultuurprijswinnaars, kunstenaars, met Kirsten Jaarsma, muzikanten, mensen in een zorginstelling en liefdadigheidsbekleders.

Ik mocht dichten in musea, in fuserende kerken, bij openingen, op nieuwjaarsrecepties, op kruispunten, op social media, op begraafplaatsen, in de raadszalen en theaters van de Waard, op radio en tv, in de bus en op de fiets, bij Stolperstenen, in kranten en tijdschriften, op markten en in een zilveren schaal.

Ik heb geleerd om voor te dragen, om gevoel te krijgen voor wat aanslaat, om facturen te durven sturen, om samen te werken met andere kunstenaars en te genieten van onze gezamenlijke talenten, om de media te bespelen en om groot te denken en het kleine een podium te geven.
Dat staat jou straks misschien óók te wachten. Geniet ervan, het is waanzinnig leuk en het kan je veel brengen.

Even tussendoor: ik noemde net de naam van Kirsten Jaarsma. Als wethouder van Krimpen aan den IJssel was je apetrots op een polderdichter uit je eigen gemeente en ik heb bijzonder genoten van je enthousiasme, je energie, de persoonlijke klik en óók van je talent om duidelijk te communiceren wat je wilt: een eigen krimpje. Daar zwicht ik voor, alstjeblieft! Want jij bent:

wethouder van
bevlogen
heden

Vanavond is het tijd voor mijn afscheidsgedicht. Dit verwoordt wat het mooiste is dat ik aan deze periode heb overgehouden. Dat is niet de eer, niet het geld, niet het in de krant staan met je krimpjes, niet het gedicht dat vast nog op de schuif van de stormvloekering komt. Het mooiste is dat dit alles me heeft laten aarden in de Krimpenerwaard, dat ik heb ontdekt dat niet alleen de reuring van de stad leuk is maar dat het het ook heerlijk is om te genieten van de rust, de prachtige natuur en de mooie mensen om me heen. Eindelijk, na ruim 20 jaar, voel ik me hier echt helemaal thuis. Dat had ik voor geen goud willen missen.

Ik heb moeten leren
het grasland te begroeten,
de slagen te beminnen,
de wilgen te bevragen.

In de stad lag mijn hart;
in dynamische dagen
en massa’s met mensen
vol tomeloze energie.

Maar de polder heeft me
liefgehad, vastgepakt,
ik ben langzaam meegezakt
tot onder de nevel

waar vissen en eenden
hun dienstregeling draaien
en dagelijks ontluiken
in het licht van de zon.

Samen met hen
begroet ik het grasland,
bezing ik de slagen
omdat de wilgen dat willen.


Ontdek meer van Jorris Hoste

Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.

Leave a Comment

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Ontdek meer van Jorris Hoste

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder